wapenschild

Genealogie familie Pluymers
Tienen-Zoutleeuw

Peter Pluymers, Boerenkrijgleider


Wij hebben een Boerenkrijgleider in onze stamboom! Het gaat om Peter Pluymers uit Budingen, die in de bronnen 'Kapitein Pluymers' genoemd wordt. Peeter Pluymers werd op 7 augustus 1767 in Budingen geboren als zoon van Guilliam Pluymers (1734-1798) en Elisabeth van Laer. Zijn vader was een niet onaanzienlijke landbouwer en herbergier. Hij was ook schepen van Budingen tussen 1772 en 1795. Vader Pluymers wordt met drie van zijn dochters vemeld in de telling van het jaar IV (1796). Peter, alsook zijn broer Egidius komen er niet in voor. Waarschijnlijk hielden ze zich toen reeds schuil voor de Fransen.


November 1798

Volgens de algemene schatbewaarder Van Dyck, één van de leiders van de Boerenkrijg in de Kempen, was Pluymers kapitein van de compagnie van Budingen. Hij was begin november 1798 met zijn compagnie gelegerd in Meerhout. Van Dyck schrijft: 'Ontvangen salvo justo 20 ponden poeder, uitgedeeld aan de volgende compagnieën, te Meerhout gelegerdt:

  • Compagnie van Campenhout
  • Compagnie Horemans (van Morckhoven)
  • Compagnie Pluymaerts (of Pluymers) van Budingen
  • Compagnie van Herent
  • Compagnie van Thildonck'

3 december 1798

Het eerste gedetailleerde wapenfeit van Kapitein Pluymers vinden we in het rapport van Hubert Palmaerts, Commissaris van het Directoire van het kanton Kortessem (departement Nedermaas, de latere provincie Limburg).

De troepen van de opstandelingen uit het Hageland marcheerden op 3 december 1798 in dichte kolonnes naar Hasselt. Palmaerts was samen met Hubert Swennen, een beëdigd priester, en de veldwachter poolshoogte gaan nemen van de aantocht van de rebellen, ieder met een tweeloop gewapend. Op hun verkenningstocxht ontwaarden ze niets verdachts. Na de middag begaven ze zich naar de herberg "De Vuilbeek", gelegen op de weg Hasselt-Sint-Truiden met de bedoeling meer nieuws te vernemen.

Omstreeks 15 uur zagen ze plots een groep van zes gewapende ruiters komen aandraven, die voor de herberg halt hielden en onder doodsbedreigingen de aanwezigen aanmaanden de wapens af te geven. Palmaerts en zijn gezellen namen onmiddellijk de vlucht, maar ze werden achtervolgd en door een bende van 200 Brigands omsingeld. Palmaerts en Swennen werden vastgegrepen en ontwapend.

Hier doet onze voorouder Peter Pluymers zijn intrede in het verhaal. De gevangenen werden onder geleide van de ruiterij, waaronder zich drie jongens uit Budingen bevonden, naar de dorpskom meegesleurd. Twee van hen waren de twee zonen van de pachter van Budingen. Daarmee bedoelde hij zonder twijfel diens zonen Peter en Gillis Pluymers.


5 december 1798

In het bloedig gevecht om Hasselt sneuvelden veel opstandelingen, en werden er ook veel krijgsgevangen genomen. Een der eerste zorgen van de Franse soldaten ingeval van overwinning was steeds de zakken van de gesneuvelden en gevangenen af te tasten, om zoveel mogelijk inlichtingen in te winnen over de organisatie van de opstand. Te Hasselt, na de veldslag van 5 december 1798 vonden zij aldus gedeetelijke aanduidingen van opstandelingen, die de Franse eenheden hadden bevochten. Deze informatie werd ter hand gesteld aan de Franse opperbevelhebber Colaud, die deze op zijn beurt aan Duval, Minister van Politie te Parijs, verstuurde. Op deze lijst kwamen Peter Pluymers en zijn broer Gillis voor.


2 april 1799

In Budingen ontdekt een bode van de vrederechter een groep Brigands die vergadert in een herberg. Hij verwittigt Coenen, de Commissaris van het Directoire bij het kanton Zoutleeuw, die zich met de gendarmerie van het kanton en tien manschappen van de burgerwacht ter plaatse begeeft. Zij verrassen de opstandelingen in de taveerne. Vier van hen worden gearresteerd, onder wie hun aanvoerder Pluymers uit Budingen. Allen worden ervan verdacht geplunderd te hebben.

3 april 1799

Twee gendarmes en twee burgerwachten brengen Pluymers en zijn drie gezellen naar Tienen. Onderweg botsen zij op zeventig tot tachtig met geweren gewapende Brigands die de gevangenen willen bevrijden. Zij slagen daar niet in omdat de bewakers de gearresteerden als gijzelaars gebruiken. Deze worden opgesloten in de gevangenis van Tienen.

6 april 1799

In de voorbije nacht hebben de soldaten een nieuwe zoektocht ondernomen in Budingen en omgeving. Zij zijn erin geslaagd vijf Brigands op te pakken. Een van hen staat bekend als aanstoker; een andere maakte deel uit van de groep die Pluymers wilde bevrijden.


Eerste brief aan Peter Pluymers

Aan Mijnheer P. Pluymers te Bungen (Budingen)

Meneer en vriend,

Groot genoegen heeft het mij gedaan, u steeds te zien voortijveren voor onze zaak. Ik zal dan ook uw verlangen inwilligen op de volgende wijze. Ik heb eerst verslag gedaan, aan uw belangrijkste correspondent van het land van Luik. Deze zal u aanstonds een expresbrief zenden, om met hem te overleggen, en u op gestelden tijd al het nodige te bezorgen. Want 't is in 't land van Luik dat de zaken zullen in gang schieten, juist zoals in het begin. Dringend verzoek ik u dan, te wachten tot nader order, om geen misslagen te begaan.

Gij hebt uw acties te regelen volgens die der anderen, die allen op orde, het bericht tot de opstand zullen ontvangen. Wees dan zo goed, het verslag af te wachten van de heer van Zonhoven. Intussen blijf ik in afwachting, dierbare vriend. Uw zeer ootmoedige dienaar,

J.C.Dlen

De 5de maart (1799)

(op de keerzijde)
Als gij iemand zendt, wees dan, ik smeekt het u zeer voorzichtig.

Tweede brief aan Peter Pluymers

Aan Mijnheer Pluymers, pachter, te Budingen

Waarde vriend,

Ik weet niet waaraan het toe te schrijven valt, dat de heer Daniëls, onze briefwisselaar van Zonhoven, ons volgens verzoek geen verslag heeft gemaakt. Ik heb het hem nochtans zo zorgvuldig aanbevolen. Doch hij gaat slim te werk, daarom moeten wij ons aan hunne zienswijze onderwerpen. Ik kom u dan bij dezen brief verzoeken, zelf in persoon den heer Daniëls te gaan spreken als 't mogelijk is. Ik twijfel geenszins of gij zult de zaken met hem tot uwe voldoening kunnen regelen. Wij ook, wij verwachten hier met onrust nieuws van hem.

Dus na hem gesproken te hebben, zult gij u gedragen volgens zijne aanduiding en zijnen wijzen raad. In afwachting, twijfel ik niet of gij zult tevreden zijn, en wachten wij de bevelen af van onzen briefwisselaar. Ik blijf met allen eerbied.

Zijn adres is: Mijnheer Daniël, in de omstreken van Hasselt. Gij moet inlichtingen nemen bij Mevrouw Maria Mariën, te Mord, onder Zonhoven, die u de weg zal wijzen. Of ook bij haar broeder, eveneens te Zonhoven woonachtig.

(wordt vervolgd)

Bronnen

Bart Pluymers©
Juli 2007
contact : bart.pluymers@telenet.be